Ga naar een willekeurige wilde plek, stop en luister een minuutje. Het zal niet lang duren of je hoort de muziek van de natuur. Hoe langer je luistert, hoe meer je hoort. Vogels zingen, spechten tikken, bomen ritselen, golven beuken en stromen kabbelen.

Dit zijn slechts enkele geluiden die de natuur maakt. Jij maakt ook deel uit van de natuur, dus ga naar buiten en maak je eigen speciale muziek.

Je kan in de tuin gaan, naar het park of op straat. Je kan vrijwel overal natuurlijke muziek maken. Sluit je aan bij de natuurband met nr. 25 van onze ‘50 toppers’.

Doe een dier na

Welke dieren hoor je om je heen? Zingt er een merel? Of misschien blaft een vos? Je hoort misschien een haastige muis of het geroezemoes van een uil. Vraag je af wat het dierengeluiden betekent en wat dat dier zou kunnen zeggen. Wordt het dier ergens door gealarmeerd? Of zingt het om de komst van de zomer te vieren?

Probeer het dier of de vogel te volgen als je goed hebt geluisterd. Heeft het op je gereageerd? Of is het stil geworden en heeft het je nauwlettend in de gaten gehouden? Misschien kun je de dierlijke geluiden opnemen in een lied met andere natuurlijke muziekinstrumenten.

Vind inspiratie om je heen

Wat kan je in de natuur vinden dat je kan omtoveren tot instrument? Kijk eens rond voor ideeën.

Een paar stokjes en een boomstam of een holle boomstam kunnen een geweldige trommel zijn. Waar kan je je sticks nog meer op laten trommelen om een beat te krijgen? Misschien is er een hek of een muur in de buurt.

Zoek naar twee grote gladde stenen en sla ze tegen elkaar. Het slaan van verschillende delen van de stenen kan een ander geluid maken.

Kijk onder je voeten

Je kan allerlei soorten muziek maken, gewoon met je voeten. Schuif over een voetpad, tik danspassen in plassen, plet dode bladeren onder je voeten of in je handen. Kan je met al deze geluiden een ritme creëren?

Maak een grastrompet

Zoek voor de eerste poging een vrij breed grassprietje. Als je het eenmaal onder de knie hebt, kan je proberen met verschillende maten om te zien of je een ander geluid of een andere toon krijgt.

Houd je duimen tegen elkaar en waar een opening is, daar moet je grassprietje naartoe. Het kan helpen om het gras op zijn plaats te houden met behulp van je duimknokkels en vervolgens het op zijn plaats te klemmen met de onderkant van je hand.

Druk je lippen tegen je duimen met het gras ertussen en blaas. Het gras moet een jammerend, gierend geluid maken, dat waarschijnlijk iedereen die te dicht bij jou staat bang zal maken. Maak vervolgens een klein gaatje in het grassprietje met je vingernagel – wanneer je erin blaast, hoor je een nog luider geluid dan voorheen.

www.nationaltrust.org.uk